1 A= In Verjaardagsfeest geeft Frank Boeijen een verschrikkelijk beeld van een verjaardagsfeest. Die feesten zijn allemaal hetzelfde veel te veel gepraat en saai.
B/C=Door de simpele begeleiding komt de nadruk erg op de tekst te liggen en omdat het vrij monotoon gezongen wordt is het liedje een beetje saai en vervelend.
D= Het refrein is sneller en drukker door de gitaar die erbij komt. Doordat hij het refrein van het lied heel anders gezongen wordt, krijgt de muziek meer enthousiasme en een beetje opwinding
2 A= vertelt het verhaal van verschillende mensen die bijna allemaal een band met elkaar hebben. Het speelt zich af in de vlak voor Kerstmis in Engeland.
De nieuwe minister-president (Hugh Grant)
De oudere broer van de minister-president (Liam Neeson)
De echtgenoot van de oudere zuster (Alan Rickman):
Een jonge vrouw die op het kantoor van de echtgenoot werkt (Laura Linney)
Zijn de hoofdpersonen
C= Een raamvertelling is een verhaal waarbinnen zich verschillende kortere verhalen afspelen. In Loveactually staan de levensverhalen van de meeste personen los van
elkaar, maar sommige zijn ook wel met elkaar verbonden
D/E= Het is een geheel omdat iedereen zich op zijn eigen manier voorbereidt op Kerstmis. Tijdens een kerstuitvoering op de basisschool van de kinderen van de ‘oudere zus’ komen de verhalen van een groot aantal hoofdpersonen bij elkaar.
3 A=Het licht komt van linksboven. Dat geeft veel schaduw in het gezicht van de man. Voor de rest is het schilderij vrij donker gebleven.
B= Door alleen het gezicht licht te maken wordt daar de aandacht heen getrokken.
C= Een beetje een donkere grimmige sfeer
E= Omdat het gedicht over een gedachte gaat en op het schilderij ook lijkt of iemand aan het denken is.
F= Omdat dit portret je ook op een rare manier aankijkt
4 A= Wolfgang Amadeus Mozart
B/C= Dave komt met Elmire tegen in het dieren crematorium om waarschijnlijk de toekomstige crematie alvast te regelen. Zowel Dave als Elmire hebben niet veel tijd en Luna stuurt Dave dan ook snel naar huis om terug te komen omdat de spreeuw dood is.
E= Ja want het is een hele hoge fluit toon.
- C= de Kok, de Bibliothecaris en de Rechter
- A= Als ze van hoge kwaliteit zijn en als ze bijzondere vormen hebben.
B= Design is duur en massa producten zijn goedkoop.
C= Met dat nieuwe tuitje geeft het weer een nieuwe andere look en het is nog steeds handig en een eenvoudige vorm.
D= Het design is allemaal veel strakker en maar een kleur. Er is minder versiering maar ziet er wel steviger uit.
E= Het is beeldende kunst. Het servies is nou niet echt handig om te gebruiken.
F= Voor, Ik vindt het een mooi servies omdat het mooie kleuren heeft, mooie vormen heeft en prachtig geschilderd is.
- B= Criteria’s kunnen zijn: vorm, materiaal en hoe handig het is.
- A= Muzak is een soort achtergrond muziek voor bijvoorbeeld horeca of
B= duur restaurant = klassiek
lounge bar= deep house
Kroeg= volks muziek
D= Zeer snelle dans uit Schotland/Ierland\
- A= Salonmuziek was echt muziek voor de achtergrond: ‘livemuzak’.
B= Heel hoge zaal met dure meubels
- A= Bijvoorbeeld verjaardagen of Koninginnedag
B= 14 juli is een nationale feestdag in Frankrijk.
C= Door de fele kleuren van de vlag en omdat de vlag omhoog gehouden wordt in het midden van het schilderij.
- A= Het is een amusementsgebouw.
B=Er is een theater- en filmzaal, er zijn gok- en speelautomaten en er is een restaurant.
C= De vlaggen geven iets vrolijks en bijzonders aan het gebouw, iets feestelijks
D= Het circus theater lijkt een heel normaal gebouw een beetje zakelijk en grijs tot het punt waar de vlaggen beginnen daar wordt het erg vrolijk en erg opvallend
E= Positief: Het gebouw is vrolijk, uniek, grappig gedurfd.
Negatief: Het gebouw past niet in zijn omgeving, het is overdreven, het lijkt wel erg nep of raar
F= Negatief want ik vindt het geen mooi gebouw omdat ik het te overdreven vindt.
- A= Voorbeelden: tijdschriften, boekomslagen en websites
C= Stileren: de vormen aanpassen aan een beperkt aantal vereenvoudigde grondvormen, bijvoorbeeld alleen organische of
alleen hoekige vormen.
D= Het kan allemaal bepaalde effecten oproepen maar je kan ook te ver gaan en dan is de duidelijkheid van de bedoeling weg.
- A= volkslief: makkelijke melodie, herhalende melodie en de melodie heeft een beperkte omvang.
B= een lied dat door alle, bij de Europese Unie aangesloten, landen gezongen gaat worden en bekend is.
C/D= het Europese volkslied alleen instrumentaal spelen;
het volkslied in het Engels vertalen, omdat dit een wereldtaal is;
- A= De Franse vlag
B= Het gaat om de Franse revolutie
C= Kind is het symbool van liefde en onschuldig
D= Vrouw symboliseert gelijkheid.
E= Hij wil uitdrukken dat de burger in opstand kwamen tegen de ‘’hogere’’
- A= Amerikaanse soldaten plaatsen een vlag op een terrasje.
B= Ja want de kleuren zijn zwart en grijs en het materiaal is marmer en steen. Dit past wel bij oorlog want het is koud en grimmig.
C= Het was een foto die de overwinning of het succes van Amerika in de twwede wereldoorlog symboliseerde. De foto was eigenlijk op een onbedoeld moment gemaakt.
D= Deze foto symboliseert de Amerikaanse trots en nationalisme.
E= Ze plaatsen de vlag bij een cafetje, dus eigenlijk bij een hele normale plek waar gewoon mesnen zitten. Hiermee wil hij de geubertenissen dichter bij de mensen brengen.
F= Vlag= trots
Soldaten= Oorlog
Café= normale burgerlijke leven
G= Ja zeker een vlag is een symbool van een land, mensen zijn vaak trots op hun vlag het straalt nationalisme uit.
H= Tableaus zijn grote kunstwerk, dus op realistische grootte, waar mensen omheen kunnen lopen.
- A= Victor Hugo schreef Les Misérables in 1862.
Han d’Islande (1823)
Bug-Jargal (1826)
B= Omdat het ook buiten eigen land en cultuur gewaardeerd wordt.
C= Moderne klassiekers
- C= De rode vlag staat symbool voor opstand en strijd. De kleur rood verwijst naar het socialisme
F= De opstand vindt plaats onder de rode vlag van de Revolutie en niet onder de Franse vlag.
Maak jouw eigen website met JouwWeb